Rustig blijven tijdens Hitte

Leestijd: 2 minuten

De warmte legt alles stil. Alsof de dag zichzelf op pauze zet en alleen nog het zonlicht verder beweegt. Ik merk het in mijn hoofd – een loomheid, een traagheid die mij dwingt te vertragen. Waar anderen zich verheugen op zomer en terras, voel ik bij extreme hitte vooral het zoeken naar houvast. Structuur smelt sneller dan ijsblokjes in een glas. Toch heb ik geleerd: het is mogelijk om rustig te blijven, zelfs als de wereld om me heen zindert.

Hitte verandert mijn waarneming. Geluiden lijken harder, geuren intenser, mijn lijf voelt zwaarder. Alles komt ongevraagd binnen. Mijn prikkelverwerking staat op scherp terwijl ik juist rust nodig heb. In het begin vocht ik daar tegen. Ik wilde ‘gewoon doorgaan’, alsof het zomerweer geen invloed op me mocht hebben. Maar dat werkte averechts: mijn hoofd liep vol en mijn lijf protesteerde.

Nu kies ik ervoor om anders te reageren. Hitte vraagt om zachtheid. Om ruimte. Ik plan minder, beweeg trager, zoek de schaduw op – letterlijk en figuurlijk. De ochtend wordt mijn veilige startpunt. Vroeg opstaan, als de lucht nog koel is, geeft me grip. Ik doe mijn belangrijkste taken voor tien uur. Daarna geef ik mezelf toestemming om het losser te laten. De lat mag lager. Het hoeft niet perfect.

Wat me ook helpt, is ritme vasthouden. Niet star, maar ondersteunend. Vaste eetmomenten, korte rustpauzes, een ventilator die zacht zoemt op de achtergrond. Dat ritme geeft mijn hoofd het signaal dat het veilig is. En als het toch te veel wordt, ga ik even liggen. Met gesloten ogen, ademend, niet wegvluchtend maar aanwezig bij wat er is.

Rustig blijven tijdens hitte betekent ook: compassie hebben. Weten dat overprikkeling sneller op de loer ligt, en dat dat oké is. Ik hoef niet altijd te functioneren zoals op een koele lentedag. Ik mag erkennen dat hitte invloed heeft op mijn energie, mijn stemming, mijn draagkracht.

Er schuilt kracht in vertragen. Luisteren naar je lijf en geest, ook als dat betekent dat je minder ‘doet’. De zomer is geen wedstrijd, maar een uitnodiging. Om zachter te leven, milder voor jezelf te zijn.

En zo ontstaat er ruimte. Niet ondanks de hitte, maar juist erdoor. Als ik accepteer dat het warm is, dat ik daar gevoelig voor ben, en dat dat niks zegt over mijn kunnen of waarde – dan ontstaat er rust. En in die rust vind ik mezelf terug.